Jordy van TreijenHet is me niet helemaal duidelijk wat er nou precies harder kraakt: Mijn fietsketting of mijn eigen gewrichten. Beide hebben het in ieder geval bijzonder zwaar te verduren, zoveel is duidelijk. Het is dinsdagmiddag rond een uur of vier en ik ben bezig aan mijn derde beklimming van de Mont Ventoux. Mezelf uitdagen en tot het uiterste gaan is de gedachte achter deze onderneming.

Daar ben ik in ieder geval in geslaagd. "Waarom beklim je die berg niet gewoon één keer zoals iedereen", denk ik bij mezelf, "maar nee, meneer moet weer de held uithangen en beklimt 'm drie keer... Lompe eikel!" Even kwaad op mezelf worden, even op de pedalen gaan staan en ik heb weer een lekkere tred te pakken: "Pijn is fijn", maak ik mezelf wijs. Ik negeer het gekraak van mijn ketting en/of gewrichten en focus me op het paaltje dat de nog af te leggen afstand aangeeft: 1 kilometer. Oh, ik ben er bijna! Het einde is in zicht...

Bédoin

Mijn onderneming begint 's ochtends vroeg. Vanuit mijn hotel in Orange rijd ik in alle vroegte richting Bédoin. Na een bezoek aan de lokale bakker, om mijn stempelkaart te laten stempelen en nog wat extra water in te slaan, begin ik aan de eerste klim. Volgens de verhalen is dit de zwaarste beklimming van de Ventoux. Het begin is in ieder geval mild: ik pak rustig mijn tempo, gun de spieren de kans om warm te worden en voel de adrenaline door het lichaam gieren: laat maar komen, die berg! Langzaam maar zeker neemt het stijgingspercentage toe en na het passeren van Saint-Estève blijft het stijgingspercentage onverminderd hoog. Tijd om tot rust te komen is er niet en in het bos passeer ik al snel enkele mountainbikers die ondanks het enorm lichte verzet waarin ze fietsen alle mogelijk moeite hebben met de beklimming. "Bon courage", wens ik ze toe, zelf nog redelijk fris in het zadel zittend.

Meter na meter klim ik door het befaamde bos en probeer mijn kilometerteller zoveel mogelijk te negeren. Snelheden tellen hier immers niet... In- en uitademen en jezelf niet te vroeg opblazen, dat is wat telt! Dan zie ik in de verte een zwalkende fietser opdoemen. Zo vroeg al bevangen door de hitte, dat kan bijna niet? Misschien al vroeg aan de alcoholische versnaperingen? Ik kom gestaag dichterbij en langzaam maar zeker wordt het me duidelijk wat er daadwerkelijk aan de hand is: De oudere man is niet dronken en ook niet bevangen door hongerklop of hitte, maar heeft simpelweg alle mogelijke moeite met de beklimming en probeert zichzelf zigzaggend richting de top te werken. De stijgingspercentages zijn hier inderdaad constant hoog, maar de top is toch echt nog zo'n vijftien kilometer weg. Meneer gaat nog een zware klim tegemoet. Ik trap voortvarend door.

Voor ik het doorheb ben ik bij Chalet Reynard. Een kort intermezzo voordat het maanlandschap van de Ventoux zijn intrede doet. Ik neem nog een gelletje en een flinke teug water en begin aan de laatste zes kilometer van de klim. De eerste paar kilometer gaan als vanzelf en ik voel me sterker dan ooit tevoren. En dan doemen de laatste kilometers op. Langzaam maar zeker worden de bovenbenen zwaarder en voel ik het tempo dalen. Juist met het eind in zicht blijkt de Ventoux het meest onverbiddelijk. Ik voel de benen branden als ik de laatste kilometers inga. De laatste vijfhonderd meter dienen zich aan en ik besluit de gaskraan open te gooien. Ik ga op de pedalen staan om maar zo snel mogelijk de top te bereiken. De versnelling pakt verrassend goed uit en voordat ik weet sta ik op de top. De benen doen pijn, maar ik ben zeker nog niet gesloopt. Sterker nog: Met een tijd van 1 uur 43 minuten heb ik het vrij behoorlijk gedaan, dacht ik zo. Mijn allereerste beklimming van de Mont Ventoux is een feit! Ik geniet van het uitzicht en laat mezelf, zoals het hoort, fotograferen. En dan besef ik... nu nog twee keer...

Malaucène

De klim vanuit Malaucène heeft een mindere reputatie dan die vanuit Bedoin, maar blijkt vandaag een flinke aanslag op mijn lichaam en geest. Het eerste deel van de klim weet ik weer een lekker tempo vast te houden en kilometer na kilometer kruip ik dichter richting de top. Niks aan het handje, zo maak ik mezelf wijs. Maar dan, na een kilometer of tien, lijkt de weg onophoudelijk te stijgen en de zon lijkt zich een weg door mijn helm te willen branden. Het is dan rond het middaguur en de zomerse temperaturen zijn duidelijk voelbaar. Ik blijf drinken om kramp en uitdroging te voorkomen, maar veel effect lijkt het niet te hebben. De stijgingspercentages zijn onophoudelijk hoog en de beklimming voelt vele malen zwaarder aan dan mijn eerste ontmoeting met de Ventoux, vanochtend. Ik blijf doorstoempen en hoop op een moment van rust, al is het maar een paar meter vals plat. Dat zit er echter niet in. Iedere keer dat ik een kilometerpaaltje passeer is deze onverbiddelijk: stijgingspercentages van negen procent of meer. Keer na keer. Ruim vier kilometer lang duurt deze beproeving en lichaam en geest kraken... "Je zou af kunnen stappen", schiet het even door mij heen, maar vrijwel direct schiet ik die gedachte af. "Afstappen is geen optie", zeg ik tegen mezelf en ik stoemp door. Dan komt daar eindelijk even een moment van relatieve rust. Station du Mont-Serein doemt op en voor even lijkt de weg zelfs vlak. Dat blijkt precies de adempauze te zijn die ik nodig heb. Ik weet de moraal te hervinden en weet zelfs zonder al teveel pijn en moeite de laatste zes kilometer richting de top af te leggen. Boven aangekomen voel ik dat de bovenbenen het zwaar te verduren hebben gehad, maar voel ik tegelijkertijd opluchting. Het zwaarste deel lijkt achter de rug: straks de 'makkelijke' beklimming vanuit Sault...

Jordy van Treijen

Sault

Na te zijn afgedaald richting Sault besluit ik eerst even wat te eten. Immers, al vanaf de vroege ochtend heb ik mezelf tegoed gedaan aan gelletjes en water, maar wat vast voedsel zou niet verkeerd zijn. Ik zetel mezelf op een terras om wat pasta te eten. Naast mij zitten enkele Australiërs die de Ventoux ook hebben beklommen. Als ik ze vertel dat ik alle drie de beklimmingen op een dag doe word ik in eerste instantie voor gek verklaard, maar al snel blijken ze ook verwonderd. Als ik weer op de fiets stap wensen ze me dan ook alle succes toe. "This climb is gonna be easy", drukken ze me op het hart. Ik neem het voor kennisgeving aan: de benen voelen zwaar en zelfs een lichte beklimming als die vanuit Sault zal nog een aardige beproeving gaan worden.

En een beproeving werd het aanvankelijk ook. Het beklimmen vanuit Sault voelt als fietsen over vals plat en is zelfs een beetje saai. Ik verlang naar de top en merk dat de concentratie ver te zoeken is. Dat leidt dan ook bijna tot een ongeluk. Ik posteer mezelf in het wiel van een andere klimmer en ram hem bijna onderuit als hij een onverwachte beweging maakt. "Sorry", is mijn eerste reactie en dan blijkt de bijna-geschepte voorganger ook een Nederlander te zijn. We raken aan de praat en de kilometers vliegen voorbij. Voor ik het weet komen we bij Chalet Reynard aan. De eindhalte voor mijn collega-klimmer, en voor mij het startsein van de laatste kilometers. Loodzware kilometers...

En dan doemt daar dus eindelijk het paaltje op dat de laatste kilometer aangeeft. Oh, ik ben er bijna! Het einde is in zicht... Dat blijkt nog vies tegen te vallen. De meters kruipen tergend langzaam voorbij en de top lijkt oneindig ver weg. Een pittige wind waait over de berg en dwingt me regelmatig tot een snelheid van nog geen acht kilometer per uur. Ik laat me echter niet afstoppen... Niet nu ik al zover ben gekomen... Ik blijf doortrappen en focus me op m'n ademhaling. Die top haal ik wel, zolang ik maar door blijf trappen. De laatste honderden meters duren een eeuwigheid, maar met veel pijn en moeite haal ik de top. Flink vermoeid stap ik van de fiets en laat ik het bezinken: Missie volbracht!

Drie keer de Mont Ventoux beklimmen: een ware beproeving, maar het was zeker de moeite waard. Ik heb afgezien, mezelf en de berg vervloekt en op het punt van breken gestaan, maar heb het weten te volbrengen. Daarnaast is het ook genieten: De Ventoux biedt prachtige uitzichten en een unieke ervaring. "De Ventoux, dat is een kick buitencategorie", wist Peter Winnen het ooit zo mooi te omschrijven. En dat is volledig waar! De Ventoux bedwingen geeft een kick... En zeker als je dat drie keer doet! Ik durf dan ook met trots te stellen: Ik ben een malloot der Mont Ventoux!

Jordy va Treijen