Tja, wat moet ik nu nog schrijven.
Laten we maar beginnen bij het begin van deze twee inspanningen.

Na de zomervakantie van 2006, toen ik voor het goede doel heb gefietst, moest er toch weer wat nieuwe uitdagingen gevonden worden om goed gemotiveerd de binnen training gedurende de wintermaanden door te komen.
Graag zou ik het rijtje 1 t/m 6 volbrengen, wat inhoudt dat ik nog Diable moet worden.
Toen ik deze inschrijving geregeld had, wees de webmaster (Lex Reurings) mij er nog even fijntjes op dat ik Forestier ook nog niet had. Nou goed dan maar, doe deze er dan ook maar bij en ik zie wel.
Eind vorig jaar werd mij duidelijk dat er twee zuiderburen waren die ook in alle klassementen zouden willen komen. Dit konden de Nederlanders toch niet laten gebeuren. Daarom besloot ik, uiteraard in goed onderling overleg met mijn vrouw, al vroeg in dit jaar dat het in de meivakantie moest gebeuren om de zuiderburen voor te blijven.
Uiteraard goed getraind kwam ik op 29-04-2007 aan op de voor mij inmiddels bekende camping La Garenne in Bedoin.
Mijn planning was om 2 mei de Forestier te doen en op 8 mei de Diable.
Het weer zat echter niet mee de eerste week van mei en dit in tegenstelling tot Nederland, waar het verschrikkelijk mooi weer was.
Dan zit je daar in zuid Frankrijk in de regen bij ca. 10 graden.

Forestier op 2 mei (gestaakt)
Op 2 mei ben ik om 09.00 uur begonnen vanuit Bedoin. Vol goede moed vertrokken maar toch ook wat onrustig over de weersomstandigheden. Onderweg naar Les Grand Pins een schaapskudde met de daarbij behorende schaapsherder en honden tegen gekomen. Niet erg lekker met twee blaffende honden naast je terwijl je op moet letten waar je fietst. Maar goed, ook dit weer overleefd.
De lucht om me heen begint zolangzamerhand wel erg donker te worden en de wind wordt steeds heftiger. Na ca 1 uur begint het ook nog eens zachtjes te regenen. Mijn ongerustheid neemt met elke trap toe.
Bij Les Grands Pins zie ik de vangrail weer als eerste. Nooit geweten dat je zo blij zou kunnen zijn bij het zien van een stuk vangrail.
Het weer wordt echter steeds slechter en slechter. De regen komt met steeds grotere hoeveelheden naar beneden en het waait inmiddels zo hard dat ik mij ernstig begin af te vragen of ik straks wel door moet gaan. Tot mijn grote schrik begin ik nu ook nog eens sneeuw te zien. Wat een ellende is het aan het worden. Het eerste gedeelte vanaf Les Grands Pins naar Chalet Reynard is licht stijgend en door mijn inspanning kan ik nog enigszins wat warm blijven. Het tweede gedeelte is licht dalen. In dit tweede gedeelte kan ik mijn vingers bijna niet meer gebruiken om de remmen te hanteren, wat toch echt noodzaak is in dit stuk route. Dit heb ik eerder meegemaakt tijdens de Marmotte van 2002, toen ik in de sneeuw de Galibier moest afdalen. Dat was ééns maar nooit weer, het was toen een levensgevaarlijke afdaling. Stel je maar eens voor dat je vingers half bevroren zijn door de kou en dat door de sneeuw je remmen het bijna niet doen.
Zo goed als het kan probeer ik mijn gedachten in toom te houden en probeer ik na te denken of ik de poging moet gaan staken of dat ik verder zal gaan. Los hiervan begin ik er ook ernstig aan te twijfelen of mijn vrouw wel door zou willen gaan. Zelf denk ik van niet, en ik kan haar daar, gegeven de weersomstandigheden, geen ongelijk in geven. Ik wil zelf een besluit nemen voordat ik mijn vrouw spreek. Inmiddels scheren de wolken ook al om mij heen.

Ik weet het: Ik stop. 

Ik baal verschrikkelijk, maar er is nog meer voor me te doen in deze vakantie (Diable) en ik kan geen onnodige risico’s gaan nemen.
Diable worden is voor mij in deze vakantie het allerbelangrijkste en ik heb hier geen ander moment voor als alternatief. Dit moet in de meivakantie gebeuren. Als het echt niet anders kan, dan zou Forestier ook nog in de zomervakantie kunnen gebeuren. Het enige nadeel hiervan zou kunnen zijn dat ik niet als eerste in alle klassementen zou staan omdat er twee zuiderburen, de heren uit het Diepenbeekse - Marc Claesen en Lucien Valkenborgh, ook in de startblokken staan om in elk klassement te komen. Maar goed, als het niet anders is, dan is het maar niet anders.
Eenmaal bij de auto aangekomen spring ik snel in een warme auto. Ik zit volledig te shaken van de kou. Het is buiten net boven het vriespunt (2 graden). Gelukkig zorgt mijn vrouw goed voor me met warme kleding en een heerlijke kop warme koffie en een broodje.
Eenmaal wat bijgekomen zeg ik haar dat ik ermee stop. Wat een … moment.e kijkt me aan en zegt tegen me dat als ik dat besluit niet had genomen, zij mij tegen zou houden om verder te gaan. De enige kant die zij nu, samen met mij opgaat, is terug naar de camping. Het is volgens haar absoluut onverantwoord om door te gaan (mijn inschatting van haar klopt dus wel een beetje). Zij heeft gelijk. 
We besluiten dat ik zelfs niet met de fiets af ga dalen, maar dat de ATB boven op de racefiets gelegd gaat worden en dan samen met de auto naar beneden. Dit lukt allemaal, zodat ik ook in een warme auto terug ga.
Het is me nog nooit overkomen dat ik in een auto daal, terwijl ik mijn racefiets bij de hand heb. Toch baal ik van de inspanning die ik geleverd heb die nu voor niets is geweest. Gelukkig kan ik deze negatieve gedachte omzetten naar een positieve om dit dan maar te zien als een training. Wel een ongebruikelijke training voor me, maar toch.
Eenmaal op de camping aangekomen eerst warm proberen te worden onder de warme douche. Wat is het dan lekker dat je zonder enige schroom lang onder een hete douche kan staan.

Conclusie: poging mislukt.
Herstellen en hopen op betere tijden.

Diable op 7 mei
Om 04.50 uur vertrek in het donker bij de rotonde in Bedoin. Eerst maar eens even lekker in het klimmersritme komen om bij St Estève de spieren goed los te hebben voor het echte werk. Bij Chalet Reynard een extra jack aangedaan i.v.m. de kou. In de koplampen van de auto lekker rustig klimmen om precies twee uur later aan te komen op een top waar het verschrikkelijk waait en waar het net boven het vriespunt is.
In de auto een lekkere kop koffie gedronken en een broodje gegeten om daarna de helm op te zetten om ervoor te zorgen dat ik weer veilig terug in Bedoin kom. Een rustige afdaling gemaakt en om 07.25 weer vertrokken voor de tweede beklimming uit Bedoin om via het bospad en dan via Chalet Reynard drie uur later weer op de top te staan.
De derde beklimming vertrek ik weer uit Bedoin om 11.05 uur en dan weer via het bospad en dan via Mont Serein om 14.15 uur voor de derde keer de top te bereiken. Dalen naar Malaucène met een maximale snelheid van 90 km per uur. Dit is toch wel erg hard. Niet al te veel bij nadenken dat je op twee dunne bandjes rijdt en dat je niet meer hebt dan twee hele dunne remkabels. Een helm zal dan echt niet veel helpen als er iets vervelends gebeurt. Brrrrrrrrr, maar toch ook wel heel erg kicken.

De vierde beklimming gaat vanuit Malaucène waar ik om 14.45 uur vertrek. Dit is voor mij een wat lastige beklimming i.v.m. zeer wisselende stijgingspercentage’s. Ik trap een hoge frequentie en het gaat lekker rustig, maar het vordert wel. Om 17.15 bereik ik weer de top.

Om 18.30 vertrek ik pas uit Sault omdat we daar even zitten te praten met wat Frans sprekende wielrenners. We hebben geen haast en een praatje met hun, wat met handen en voeten gaat omdat wij bijna geen Frans spreken, is wel gezellig. Het verbaast hun zeer dat er mensen zijn die de berg 5 keer op één dag beklimmen. Na een paar ferme handdrukken en bemoedigende woorden (denk ik) vertrekken we weer om de laatste klim te doen.
Zelf vind ik deze beklimming erg saai. Gewoon je ding doen en er niet al te veel bij nadenken dan maar. Eenmaal bij Chalet Reynard wordt het pas weer interessant. Nog 6 km en we zijn er. Het waait echter weer verschrikkelijk hard. Moet onderweg erg opletten dat ik niet van mijn fiets geblazen wordt. Bij sommige windvlagen word ik meters naar links of naar rechts geblazen. Is dit nog leuk? Nou, eigenlijk niet, maar ik moet naar de top dus het is niet anders. Om 20.45 uur bereik ik de top. Het is erg heftig geweest.

Direct maar even naar Lex gebeld dat ik er weer een (fiets)klusje op heb zitten. Dan dalen om in het donker weer terug te zijn waar ik ruim 16 uur eerder vertrokken ben.

Die is dus binnen. Nog één klus te doen en mijn doel is bereikt. Als eerste persoon alle titels binnen halen. 

 

Forestier op 10 mei
De laatste klus.
Zo langzamerhand weet ik natuurlijk wel dat het nog wel even moet gebeuren maar dat het geen enkel probleem zal moeten zijn. Mechanische pech kan echter natuurlijk wel roet in het eten gooien. Gewone tijd opstaan en het zoveelste bord spaghetti naar binnen werken (voor mij een vast patroon waar ik niet van af wil wijken).

Om 08.30 uur vertrek ik voor de zoveelste keer om een klusje te klaren. Het zonnetje schijnt lekker en ik heb er zin in. De route zal ik nu niet helemaal beschrijven want dat staat inmiddels al in mijn vorige verslagen. Lekker trappen en genieten van de omgeving, dat is nu mijn motto. Niet druk maken of ik het kan, dit is namelijk voor mij geen vraag maar een weet.
Onderweg kom ik weer de …schapen tegen. Wat is er toch aan de hand met schapen? Waarom moeten zij dezelfde weg bewandelen waar ik ook langs moet? Maar goed, het leven is mooi op de Mont Ventoux en ik geniet.
Vlak bij Chalet Reynard staat Jacq weer klaar met de auto voor de broodnodige hulp. Fietsen maar weer eens verwisseld en een lekker bakkie cappuccino oploskoffie. Smaakt prima als alternatief voor de Senseo cappuccino. Een broodje erbij en een beetje babbelen dat het lekker gaat.
Goed, we vertrekken maar weer eens om naar de top te gaan waar ik om 11.35 uur aankom.
Lekker warm boven. Kom er daar achter dat ik vergeten ben om de camera in de auto te leggen. Niet erg handig van me, maar ik heb een lieve echtgenote die dat ding best voor mij wil ophalen. De helm maar weer op en knallen naar Malaucène. Allemachtig, wat is dat toch kicken. Volgas weer dalen met snelheden die mijn adrenaline weer tot op een kookpunt brengen. Af en toe wel even realiseren dat ik niet bezig ben om mijn snelheidsrecord (90 km/uur) te breken, maar dat ik een klus aan het doen ben. Wel bij de les blijven.
Om 12.15 vertrek ik uit Malaucène voor de tweede en tevens laatste route.
Net voorbij Chapelle St.-Roch stap ik voor de laatste keer maar weer eens op de ATB. Ik zie Jacq straks wel weer bij Mont Serein. Zij vertrekt naar de camping in Bedoin om de camera op te halen.
Eenmaal weer op de ATB wel weer goed geconcentreerd fietsen want de komende kilometers zijn niet de gemakkelijkste. Ik merk dat mijn concentratie af en toe verslapt want tijdens een stukje lopen glij ik uit en knal ik met mijn enkel tegen een rotsblok. Niet erg handig van me. Begin te mopperen op mezelf, dat ik nog wel even deze klus af moet maken voordat ik mag beginnen te juichen. Dus, kop er goed bijhouden met datgene wat ik aan het doen ben, fietsen dus.
Op dit gedeelte van de route verwacht je niemand te zien, maar niets is minder waar. Meerdere wandelaars kom ik tegen op plekken waarvan ik denk: wat heb je hier te zoeken. Zij zullen zich ook afvragen waarom een fietser nu juist hier langs moet.
De route is nog net zo slecht als in het voorjaar van 2006 toen ik Grandonneur werd. Het pad, als je soms al kunt spreken van een pad, ligt bezaaid met keien die ik moet ontwijken met de beperkte stuurmanskunst die ik op ATB-gebied heb. Ach, een mens kan niet alles hebben.
Bij Mont Serein staat Jacq natuurlijk alweer klaar. Een lekker bakkie koffie en een broodje.
Goed, nu nog even de racefiets en de klus zit erop. Nog 6 kilometer genieten. Ik trap hem maar weer eens an en laat Mont Serein achter me en ga naar de top. Het is strak blauw en de besneeuwde Alpentoppen zijn een schitterend gezicht.

Tja, dan kom je om 15.30 uur aan op de top. We omhelzen elkaar en vieren samen dat het gelukt is. Als eerste in alle klassementen.

Doel bereikt. 

Wat voel ik eigenlijk op zo’n moment. Blijheid, vreugde en ook het besef dat ik dit soort dingen kan, en mag doen. Ik ben een zeer bevoorrecht mens.
Dan wil ik heel graag enkele personen informeren.
De belangrijkste voor mij natuurlijk als eerste, en daarna Lex. Als hij hoort dat ik aan de telefoon ben, dan weet hij alweer genoeg.
Inderdaad de eerste.

Na de fotosessie gaan we naar Chalet Reynard voor een kop koffie. Lekker op het terras en genieten van alles en nog wat. Ik vertrek voor het laatste stuk naar Bedoin. Net voor mij vertrekken ook enkele wielrenners voor de afdaling. Ik ken mezelf en weet dan al dat zij niet als eerste beneden zullen zijn. Inderdaad, niet erg verstandig om zo te denken, maar ik kan er niets aan doen dat dit door mijn gedachten schiet. En ja hoor, ik knal ze met een noodgang voorbij, nog even kicken van de snelheid.

Bij St. Estève vind ik het genoeg en het laatste stukje gaat dan ook lekker rustig en relaxed naar Bedoin. Ach, het is maar wat je rustig en relaxed noemt.

Om 17.00 uur zijn we weer terug op de camping. Een heerlijk fietstochtje gehad. Nu spullen inpakken en morgen weer naar huis.

 

Tot slot:
Het is allemaal gelukt ondanks dat ik mijn oorspronkelijke planning niet kon aanhouden. Zelf plan ik deze fietskunstjes altijd erg strak, dit i.v.m. mijn training en voeding. Laatst zei iemand tegen me dat je best eens van een planning af kan wijken om tot hetzelfde resultaat te komen. Een wijs persoon.

In de zomervakantie ging ik nog even bij de berg langs. Nu alleen maar voor mezelf lekker een stukje trappen, zonder aan klassementen te denken. Ik had van de webmaster gehoord dat Joanne Simpson de trap naar het monument ging openen en dat Joanne het wel leuk zou vinden als ik meereed naar boven; iederéén was tenslotte welkom. Het was een geweldige belevenis en een mooie afsluiting van mijn Ventoux-avonturen!

Met de vriendelijke fietsgroeten,

Edwin Kamp (1961-2021): CingléGalérienDiableCannibaleForestierGrandonneur. Oftewel: Heerser van de Kale Berg...