verslag142 03Verliefd
Eerder was ik al op en bij de Mont Ventoux, namelijk in het voorjaar van 2004. Als een verliefde jongeling had ik al dagenlang verlangend naar hem zitten kijken vanaf mijn plekje onder de boom op de boerencamping in Malaucène. Zou ik het kunnen? Zogenaamd eerst maar eens voor een stukje met de racefiets omhoog om te kijken hoe het zit met de conditie ga ik op een maandagmorgen op pad. Zo zet ik mezelf niet teveel onder de druk en heb ik ‘thuis’ niets te verantwoorden.. Teruggekomen op de camping kan mijn duim echter triomfantelijk in de lucht: die zit in de pocket!

Een andere uitdaging
Het is september 2005. Mijn zoon Leon (34) vraagt me om met twee van zijn studievrienden Rutger van Ittersum en Gerben van de Kraats in juni 2006
meerdere keren achter elkaar met de mountainbike op en af de Mont Ventoux te gaan. En zegt hij, je kunt er ook nog wat mee verdienen. Schoonvader Lex van een van de vrienden en zo’n beetje de uitvinder van de Kale in Nederland, gaat ook mee. Hij daagt ons jonge mannen uit drie keer heen en terug te gaan met de mountainbike. Als het lukt, worden we Grandonneurs du Mont Ventoux. 'Misschien kun jij twee keer wel redden. Dan kun jij je hele leven de eretitel Forestier du Mont Ventoux gaan dragen.'
Geen geoefend mountainbiker maar meer een racefietser en dan twee keer? Aan de ene kant vleit het me dat ik mee mag. Aan de andere? Ik heb niet eens een behoorlijke fiets en zal me als (dan) 61-jarige bijzonder goed moeten voorbereiden. Ik neem de uitdaging aan om over ruiter-, voet- en andere paden de mysterieuze berg te beklimmen.
Eerst koop ik maar eens een echte mountainbike, een Cannondale Scalpel. Een goede keus blijkt achteraf. Trainen op deze fiets is plezier. De enige spelbreker is natuurlijk wel het Nederlandse weer waardoor ik aanvullende uurtjes op zolder op de Tacx trainer doorbreng. Toch zijn gedurende de winter 2005 en voorjaar 2006 de routes op de Lemeler- en Holterberg meestal redelijk begaanbaar zodat het me lukt zeker een keer in de week een lange tocht te maken. Gecombineerd met een keer een uur fietsen boven voor de TV en zo nu en dan een duurloop, zijn dat goede trainingsuren. Verder realiseer ik me dat er een paar kilootjes
af moeten. Niet lang (1.74 m) maar houdend van het Bourgondische leven ben ik wat te zwaar, namelijk 75 kg. Wanneer ik als een jonge god in een strak pakje naar boven wil gaan, is daar mijn eerste winst te behalen.

Het gaat gebeuren
Met uithoudingsvermogen en gewicht zit het wel goed wanneer we zaterdag 3 juni 2006 vroeg in de ochtend vanuit Utrecht op pad gaan richting het Franse Bedoin (ongeveer 11 uur). Het door ons gehuurde huis heeft een schitterend uitzicht op de winderige berg. Vanaf het terras bij het zwembad lijkt het een peulenschil. Zondag rusten we wat. We beginnen alvast koolhydraten te stapelen en gaan de beginpunten van de routes opzoeken. We verkennen stukjes van de routes en testen ons materiaal. 
Op maandagochtend om 8.15 uur staan we aan de startstreep in Bedoin nadat we eerst onze kaart hebben laten afstempelen in een plaatselijke horecagelegenheid. Deze kaart, al voor ons verzorgd in Nederland, dient namelijk als bewijs om de officiële erkenningen te krijgen van het NBG De Kale Berg. En om het behalen van die eeuwige roem is het ons perslot allemaal te doen. Helaas is onze motivator en geestelijk leider Lex geveld door een migraineaanval en niet van de partij.

De eerste beklimming
De eerste route Joseph Eymard is met een lengte van bijna 30 km zwaar, maar volgens informatie overal fietsend te doen. Mijn grootste zorg is geen blok aan het been te worden van mijn jonge medefietsers. We hebben afgesproken om in principe bij elkaar te blijven en de tochten gezamenlijk te maken. Voor mezelf besluit ik na de eerste beklimming te bekijken in hoeverre een tweede er direct achteraan, realistisch is.

De beklimming loopt voorspoedig. Het zoeken en vinden van de juiste route geeft geen problemen. Het de avond van tevoren bestuderen van de kaart en het verkennen van de beginpunten werpt z’n vruchten af. De eerste 18,5 km tot Le Jas des Pelerins over rotsachtige paden klimmen behoorlijk. Gelopen hoeft er echter niet te worden. De 5 km naar Plaine des Hermitants zijn licht dalend. Het uitzicht is hier prachtig, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet veel zie: een stuurfoutje hier is niet aan te raden.
De laatste 6 km gaan over het asfalt naar de top. Hier aangekomen weet ik: ik doe het. Ik ga voor de titel Forestier du Mont Ventoux. De dertigers hebben me er niet afgereden. Mijn benen doen het goed en ik ben niet achter adem. Dus snel afgedaald naar Malaucène om vervolgens opnieuw omhoog te gaan via de route Thérèse Roumanille. De stemming zit er goed in, de jonge honden zijn nog uitgelaten. In Malaucène rusten, eten en drinken we wat om ons te prepareren voor een hernieuwde kennismaking met de top.


De tweede beklimming
Al snel blijkt dat deze route andere koek is. We hebben de grootste moeite met het vinden van de juiste paden. Ook is deze route gaandeweg steeds ruiger en moeilijker te fietsen. Rond Pas du Cade moeten we een flink stuk te voet afleggen. Inmiddels doet de zon goed zijn werk en begint een licht gevoel van onrust zich van ons meester te maken. De weinige herkenningspunten doen steeds de vraag rijzen of we wel goed zitten. Dat blijkt gelukkig het geval wanneer we zoals moet, uitkomen bij Col du Comte. Vanaf hier moet een pad naar de Combe du Mont Serein leiden. We weten dat het vanaf dit punt nog ongeveer 12 km is naar de top.

Het hoogteverschil van ruim 900 meter met een gemiddeld stijgingspercentage van 7.7% doet onze harten letterlijk en figuurlijk sneller tikken. Al snel vinden we het pad. Weliswaar zwaar maar toch redelijk begaanbaar. Drinken is hier het parool. We weten dat ons straks het warme asfalt te wachten staat, maar het gevoel dat we de top voor de tweede keer onder voetbereik hebben geeft vleugels. Op de top het heerlijke gevoel dat het is gelukt. Lang staan we er niet bij stil omdat mijn jonge metgezellen nog willen starten voor de derde ronde.

De stemming slaat om
Alhoewel persoonlijk geen rappe afdaler zijn we als groep snel beneden. Er moet nog geklommen worden. Terug in Bedoin leert ons een blik op het horloge dat het om en nabij zes uur is. Rond negen uur wordt het in het voorjaar in deze contreien al donker. Zullen ze het gaan redden? De blijde stemming slaat om, de jongens twijfelen. Er wordt gewikt en gewogen. Terwijl ze druk aan het praten zijn zie ik aan hun lichaamstaal dat de motivatie wegzakt. Waren we vanmorgen nu maar eerder vertrokken. Er wordt gerekend en gerekend. Teleurstelling druipt van de gezichten, ze weten dat het niet meer haalbaar is. Weg illusie, weg droom waarvoor in de maanden ervoor zo hard is getraind. Misschien toch niet hard genoeg? Alles passeert de revue, jammer, jammer. Mijn blijdschap van het halen staat haaks op hun teleurstelling. Achter een groot glas bier op een terras in Bedoin spreken we er in gezelschap van Lex, nog lang over na.


Tips

  • Training:
    • bereid je goed voor, train vooral op duur, onderschatten breekt je op
  • Mountainbike:   
    • dubbel geveerd is aan te raden
    • brede banden met goed profiel
    • lage bandenspanning om goed grip te houden
  • Drinken:
    • veel drinken, een zogenaamde camelbak van min. 2 liter is ideaal
    • met camelbak kun je handen aan het stuur houden hetgeen veelal noodzaak is
  • Eten:
    • van te voren: koolhydraten, maakt niet uit welke (pannenkoeken waren favoriet)   
    • tijdens: naar eigen inzicht
  • Hoogtemeter:
    • gebruik van een goede hoogtemeter is handig voor de juiste oriëntatie
  • Kaarten:
    • lees de kaarten van het NBG De Kale Berg door en door
    • neem een extra wandelkaart mee en bestudeer ook deze vooraf grondig
  • Voorbereiding:
    • neem vooraf de tijd delen van de route te verkennen, m.n. de beginpunten

 

Jaap Vos
Forestier du Mont Ventoux nr.1