Wat vooraf ging
Het was even geleden dat ik nog eens op de Ventoux geweest was met de bedoeling om meervoudige beklimmingen te doen. In 2008 ben ik er geweest in januari om er eens te rijden in de sneeuw met mountainbike. En begin mei ben ik er geweest met mijn dochter zodat zij ook eens kon kennis maken met de kale berg. Mijn kennis heb ik dan gebruikt om een vriend te escorteren tijdens zijn Cinglé.
Wegens privé-omstandigheden ben ik niet meer aan fietsen toe gekomen van september 2008 tot februari 2009. Na een 14-daagse vakantie in het tropische Thailand waar ik mijn seizoen vorm heb gegeven ben ik terug beginnen trainen voor mijn doel “La Bicinglette”.

Er worden twee stages voorzien, de Vogezen en de Italiaanse Alpen. In de Vogezen werden er tien cols gedaan waaronder col d’Oderen, col de Bussang, col des Croix, Ballon de Servance, Grand Ballon, col du Hundsruck, Ballon d’Alsace, Le Markstein & col du Mt. Fourche. In de Italiaanse Alpen werd het aangename aan het nuttige gekoppeld en gingen twee droompjes in vervulling. Passo Dello stelvio werd langs twee kanten bedwongen en dit vanuit Bormio en Prato en ligt op een hoogte van 2760 m. Er werd dan ook nog een ommetje gemaakt naar oostenrijk, waar de Großglockner werd beklommen. Daarbij nog de nodige klassiekers en stilletjes aan nadert de datum van de afreis.

Op 21 augustus vertrekken we dan richting Blauvac en arriveren aldaar op 22 augustus omstreeks 10 uur. Ik had op voorhand de weersvoorspellingen al bekeken en had al beslist om diezelfde dag om middernacht te vertrekken. Na uitgepakt te hebben ben ik nog een lekkere pasta gaan eten en daarna te gaan slapen en nog wat te rusten voor mijn Bicinglette. Om 22.30h word ik gewekt door mijn dochter die me wakker belt. Na een paar stevige boterhammen is het tijd te vertrekken samen met mijn begeleider die me zal volgen met de Vespa. Ik rijd van Blauvac tot Bédoin (11,6 km) en is goed om mij een beetje warm te rijden en bereik Bédoin om 23.55h.

Klim 1
17 seconden na middernacht begint mijn eenzaam avontuur, mijn Bicinglette, die ik deze keer alleen zou rijden. Met korte mouwen en korte broek trek ik mezelf op gang en vind onmiddellijk de goede cadans. Bij Sainte-Colombe zitten de mensen nog op het terras en kijken verbaasd als ik er door kom, maar roepen nog het bekende “Courage”. Voorbij Saint-Estève gaan we het bos in en komt dus ook het steile gedeelte - de benen voelen super - en ik laat me leiden door de hartslagmeter. Verderop laat de Vespa het afweten en mijn begeleider keert terug naar Blauvac om de auto te halen om mij verder te begeleiden.
Vanaf nu ben ik alleen en de blote sterrenhemel, waar zo nu en dan een vallende ster te zien is. Ik merk ook op dat er nieuwe paaltjes staan langs de kant met afstand, altitude en percentage. De fladderende nachtvlinders en vleermuizen kruisen regelmatig mijn lichtbundel, mooi om te zien. Ter hoogte van het Pavillion de Roland aan de linkerkant sta ik plots oog in oog met een ree die na enkele seconden met krassende hoeven weer vertrekt het bos in.
2 km voor Chalet Reynard hoor ik de wind fluiten en vraag ik mij af of die boven op de top ook zo hard zou waaien! Aan Chalet Reynard besloten om gewoon mijn cadans aan te houden en door te fietsen. In de eerste bocht naar rechts hoor ik vechtende honden op de achtergrond maar sta er niet bij stil dat ik er last van zal krijgen.
Aan Fontaine de la Grave stond ik opeens oog in oog met drie grote witte berghonden, die niet bepaald vriendelijk waren. Liepen al grommend langs mij op en ik voelde letterlijk hun hete adem op mijn benen. Als in een reflex deed ik mijn voorste licht uit, stak een tandje bij maar bleef netjes op het zadel terwijl ik wat harder fietste zonder een woord te zeggen. Tot aan de volgende bocht hebben ze mij gevolgd en gingen ze terug … OEF, dat was even schrikken.
Ik vervolgde mijn weg en genoot van de open sterrenhemel en de lichtjes van Bédoin dat er mooi bij lag. Nu zag ik in de verte een paar bochten voor mij een lampje flikkeren; zou er nog iemand op weg zijn? “Dag Tom”, roep ik als ik aan het monument van Tom Simpson kom en bemerk ik ook dat mijn volgauto eraan komt, juist op tijd want mijn warme kleren zitten in de volgauto. Mijn begeleider had ook even paniek toen de berghonden zich agressief keerden naar de auto; waar is Marc? Na een paar bochten merkte hij mijn achterlichtje op en dat was een zucht van verlichting dat ik ok was.
Na 2h04 bereikte ik de top en het was er helemaal niet koud. Een banaan en een stuk energiereep gegeten, warme kleding aangedaan (jas, kniestukken, handschoenen) en helm opgezet en dan in de schijnwerpers van de auto naar beneden. Ik had besloten om de afdaling te gebruiken om te recupereren maar desondanks haalde ik toch een topsnelheid van 76 km/h. Ongeveer 5 km voor ik beneden was haalde ik de fietser in die ik eerder dacht gezien te hebben. Malaucène sliep nog toen ik er arriveerde, gestopt aan office de tourisme en het was er een aangenaam temperatuurtje.

Klim 2
Omstreeks 2h46 begin ik aan mijn tweede klim en tegenover de fontein zit de collega-fietser die ik voorbij gestoken heb en we zeggen vriendelijk goed dag en ik zet mijn klim verder. Mijn benen voelen nog steeds goed aan en ik geniet van de heldere sterrenhemel, weer zie ik verschillende vallende sterren. Deze klim is eigenlijk mijn zwart beest maar vandaag ben ik voor ik het weet aan Mont Serein, de klok wijst nu 4h15. Even gestopt voor een foto, een knabbel en een drankje en we zijn weer weg. Tot nu toe verloopt alles prima en even voor de top zijn weer auto's geparkeerd om de zonsopgang te zien; spijtig genoeg heb ik die niet kunnen zien want ik ben te vroeg.
De top wordt voor de tweede keer bereikt om klokslag 5h00. Na een banaantje en appelsien trek ik mijn warme kleding aan en begin ik aan mijn tweede afdaling naar Malaucène. Na een drietal km schrik ik op door de fietser van daarstraks; hij heeft namelijk een hoofdlamp en dat had ik niet verwacht. Voor de rest gaat de afdaling weer vlot en eens beneden bespeur ik al meer activiteit. Ik ga gauw binnen bij de bakker voor mijn stempeltjes en enkele croissants, die ik op mijn gemak opeet aan office de tourisme. Een voorbijganger zegt vriendelijk bonjour als hij voorbij komt.

Klim 3 
Dan begin ik terug aan mijn derde klim; het is nu 6h05 en mijn begeleider besluit er ook tussen uit te knijpen voor een uurtje. Een paar km verder gaat hij wat slapen langs de kant van de weg. De zon begint nu op te komen en zodoende kan ik toch wat genieten van de zonsopgang. Op 13 km van de top stop ik even om dit vast te leggen op de digitale plaat. Na een energiereepje vervolg ik mijn weg naar de top, alles loopt nog altijd super goed en iets voorbij Mont Serein vervoegt mijn volgwagen me en en stop ik even om iets fris te drinken, gelleke te nemen en dan door naar de top.
Niet te geloven maar het is 8h35 als ik de top voor de derde keer bereik. Het zonnetje schijnt nu en het begint lekker warm te worden, nog even genieten van de top en dan terug naar Bédoin. Ik stop aan de startlijn in Bédoin en ga mijn stempel halen in La Route du Ventoux Cycles, waar ik een babbeltje maak met twee Limburgers. Daarna ga ik op terras een croissant eten met een goede tas koffie, voorlopig heb ik geen tijdsdruk en kan ik lekker genieten.

Klim 4
Lekker ontspannen begin ik om 10h06 aan mijn vierde klim, terwijl mijn begeleiders verder genieten van het terras. Onderweg neem ik nog gauw een foto van de blauwe boom en besluit ik tijdens deze klim te genieten van de omgeving, waar je meestal geen tijd voor neemt. Nu kan ik ook de tijd nemen om eens alles te lezen wat er op de weg geschilderd is. Bij Chalet Reynard ga ik genieten van het terras en van de sfeer onder de vele wielertoeristen; na het drinken van een cola en een babbel vertrek ik weer richting top.
Tijdens deze klim kan ik mijn beste beentje voorzetten want op drie plaatsen nemen ze proffesionele foto’s; ik ben eens benieuwd hoe deze gaan uitzien? Aan het monument van Tom Simpson maak ik even tijd om een foto te maken onder een stralende zon. Om 13h15 bereik ik voor de vierde keer de top en haal hier mijn stempel; knap, het is een nieuwe. Mijn begeleider gaat nu met zijn vrouw een restoke opzoeken en ik rij de vijfde klim vanuit Sault alleen. Ik neem mijn windtex en mijn rugzakje en daal alleen af naar Sault. Dit is nu wel het heetste van de dag, want even voorbij Chalet Reynard moet ik stoppen om mijn jas uit te doen, zo warm is het. Tijdens de afdaling geef ik geen trap te veel, gebruik deze om te recupereren en het laatste knikje voordat je Sault binnen komt doet altijd pijn. Mijn stempel gaan halen bij office de tourisme en dan een koffie en een cola gaan drinken op terras.

Klim 5
Als ik om 14h10 aan mijn vijfde klim begin vind ik het zeer warm, om niet te zeggen heet. Ik weet dat ik nu in de blakende zon mag rijden met weinig schaduw. De hitte eist hier ook zijn tol want na 8 km moet ik stoppen om mijn onderlijf uit te doen en terwijl ik dat doe word ik omsingeld door vliegen. Dus gauw vertrekken is de boodschap, maar ze blijven toch verschillende kilometers in mijn buurt. De laatste paar km tot aan Chalet Reynard zijn de gemakkelijkste, maar aan de chalet heeft de zon toch zijn tol geëist; ik heb het ontzettend warm en besluit hier toch een korte pauze te nemen en een cola te drinken, want mijn maagje is niet ok nu. Nog 6 km en we zijn er voor de vijfde keer. Tijdens deze zes km word ik ook weer op de digitale plaat vast gelegd door een fotograaf langs de weg en bereik ik tegen 17h23 de top. Een vriendelijke vrouw neemt een foto van mij en ik besluit dadelijk af te dalen naar Sault zonder mijn windtex, wat geen slechte beslissing lijkt; het is helemaal niet koud. In Sault besluit ik een lange rustpauze te nemen, te genieten van de omgeving. Als mijn begeleider mij terug vervoegt doe ik mij nog te goed aan wat appelsienen en een energiereep.

 

 

Bicinglé Marc Claesen

 

Klim 6
Omstreeks 19.10h begin ik aan mijn zesde en laatste klim en ik heb tijd zat; dit was bij mijn andere uitdagingen anders. De cadans zit er dadelijk terug goed in maar ik zit ook in de adrenaline van de laatste klim. Mijn benen voelen super, van krampen nog helemaal geen sprake en mijn maagje heeft zich ook goed hersteld.
Na tien km even stoppen om een gelleke te nemen en een AA-drink. De komende tien km zijn makkelijker en de duisternis begint nu ook te vallen. Stelselmatig kan ik nu tandje per tandje bijschakelen en de benen lopen nog altijd super goed. De laatste drie km tot aan Chalet Reynard kan zelfs de buitenplaat erop en bereik ik het chalet tegen 20h48.
De laatste zes km rijd ik puur op adrenaline, mijn begeleider volgt mij met de grote lichten. Even voorbij het monument van Tom stop ik nog even om nog intens te genieten van de top die er adembenemend mooi bij ligt. Ik voel mij als de “Adelaar” van Diepenbeek die zijn prooi beet heeft. Uiteindelijk bereik ik de top om 21h35 en tot mijn verbazing krijg ik applaus van mensen die nog op de top waren en de zonsondergang hadden bekeken. Ze blijken Engelstalig te zijn en ik leg ze uit wat ik gedaan heb, zesde keer boven en mijn Bicinglette is binnen. Na de felicitaties en de nodige foto’s maak ik mij klaar om de afdaling naar Bédoin aan te vatten. In de schijnwerpers van de volgauto heb ik een probleemloze afdaling tot in Bédoin. Het is 22h20 als ik mijn startplaats bereik. De cirkel is rond, want alle titels zijn binnen nu: Cinglé, Galérien, Diable, Cannibale, Forestier, Grandonneur en nu Bicinglette. Mijn Bicinglette is de mooiste van alle titels omdat ik deze alleen heb gefietst op mijn manier met mijn mogelijkheden.

Deze titel draag ik op aan twee speciale mensen en ik wil ook mijn begeleiders bedanken, Ester & Johnny. Beiden hebben mij goed verzorgd tijdens mijn Bicinglette.

  

Hier volgen nog wat gegevens van de dag.

(Polar S720i)

Polar-grafiek Bicinglette van Marc Claesen

Gemiddelde hartslag: 140    Hoogste hartslag:172
Verbruik: 9590 Kcal
Temperatuur minimum/ gemiddeld/ hoogste: 12°C /21°C /37°C
Gemiddelde/ Maximum snelheid: 16.7 km/h / 76.2km/h
Totale afstand:  273.9 km
Totale fietstijd: 16h28

 

Brevet van de Bicinglette