Gert Jan Jansen op de HaarZondag, 14 September 2014

's Ochtends om 05.00 gaat de wekker af. We hebben dan weliswaar uitzicht op de Ventoux maar voor onze Grandonneurpoging van vandaag moeten we toch naar Bedoin aan de andere kant van de Kale Reus.

Van Puymeras naar Bedoin is ongeveer drie kwartier en goed ontbijten kan bij dit soort gekkenwerk geen kwaad. Dus een uur na het ontwaken stappen we in de auto en rijden in de nog volkomen duisternis naar Bedoin. Na het gebruikelijke ritueel van helmpje, schoentjes enz. kunnen we naar de bakker. Om 07.15 vertrekken we met onze eerste stempel en een lekkere "pain aux raisins" (als Franse tegenhanger van de Hollandse krentenbol) voor onderweg.

Op de Route Joseph Eymard

Het schemert maar het is nog niet echt licht. Een half uur later op de bospaden van Joseph Eymard wordt het lichter. Alle Fransen hebben deze zondag aangegrepen om met jachthond en geweer over de schouder de fauna op de Ventoux te lijf te gaan. Na anderhalf uur zwoegen en net voor Les Grands Pins ligt er een enorme plas bloed op het pad. Aan de ene kant staat een jager over het dal richting Bedoin te kijken, hij groet vriendelijk. Als ik vervolgens naar links kijk, zie ik waarom hij zo vrolijk is: er ligt een joekel van een wild zwijn. Onwillekeurig denk ik: "hij heeft de buit al binnen, ik moet nog een stukkie".

Bij Les Grands Pins wacht ik op Wim, die ook probeert om Grandonneur te worden. Als hij daar even later arriveert, vraag ik hem naar het tafereel met de jager. Hij heeft wel de jager maar niet het bloed noch het zwijn gezien. De Ventoux doet rare dingen met het gezichtsvermogen van MTB-ers.

Uitzicht bij Les Grand Pins

Wim maant me om door te rijden want het gaat bij hem niet soepel deze morgen. We rijden evenwel het volgende stuk samen. Hier klim je nauwelijks meer en op een gegeven moment daal je zelfs (naar de D974). Als we de weg op zijn gedraaid om het laatste stukje naar de top te voltooien, blijken alle sportfotografen te zijn uitgelopen om te verdienen aan het fenomeen zwaartekracht overwinnen. Ze hebben geen flauw idee waar we mee bezig zijn. Ik tel er wel vier op een stukje van drie kilometer. Bon courage, allez avec le VTT!! Ze moesten eens weten....

Om 11.03 sta ik voor de eerste keer boven. Het over de weg rijden met tractorbanden vind ik helemaal niks. Ik kan daar beter uit de voeten op de racefiets... Wim volgt me op een kwartier en samen dalen we af naar Malaucene. Op het terras genieten we van een heerlijke grand crème en een broodje ham. Vervolgens halen we een stempel bij de fietsenmaker aan de overkant en beginnen we om 12.35 aan de tweede klim. Thérèse Roumanille hebben we vaker voor de wielen gehad (o.a. voor onze Forrestier) en ik reed hem vorig jaar nog een keer om een fervente MTB-er te laten zien hoe mooi het daar wel niet is.

In onze herinnering was vooral de eerste passage, als je van het weggetje af bent dat je vanuit Malaucene volgt, lastig met veel los gesteente en scherpe rotspartijen. We troostten onszelf met de gedachte dat we straks op een breder en veel beter pad komen.

We komen bedrogen uit. Het wat bredere pad bestaat, waarschijnlijk door de regenrijke zomer, uit enorm veel losgeslagen grind en grote keien en flink doorrijden is nu echt niet bij. Aangekomen bij Tėte de la Blanche wacht ik weer tot Wim bij is maar die laat even op zich wachten. Als hij er is, stuurt hij me resoluut vooruit: "als jij echt Grandonneur wil rijden, moet je niet meer op mij wachten, ik heb mijn dag niet". We overleggen even want alleen op deze paden heeft niet onze voorkeur maar Wim weet mij te overtuigen toch te gaan.

Alleen verder op de Route Thérèse Roumanille

Ik ploeg verder door het losse grind en de af en toe steile passages (Col du Comte). Uiteindelijk kom ik bij Mont Serein het bos uit en klim ik het laatste stuk omhoog. Om 16.20 ben ik eindelijk boven. Na even wat rek en strek werk alsmede het verorberen van een banaan, begin ik om 16.30 aan de afdaling. Om 17.00 sta ik bij de fontein in Bedoin. Ik bel met het thuisfront en vraag me serieus af of ik nu nog moet beginnen aan de derde klim. Ik wil absoluut niet in het donker over de bospaden fietsen, hoe goed mijn lampen ook zijn. Ik bereken dat ik om 20.00 bij de Tournant de l'Anglais kan zijn. Ik realiseer me dat ik dan nog steeds het laatste stuk over de weg naar de top in het donker af zal moeten leggen.

Inmiddels heeft Wim vanaf de top aangegeven dat hij gaat afdalen naar Bedoin en mij dan met de auto zal begeleiden vanaf de tournant de l'Anglais. Dus naast mijn lampen heb ik de luxe van een auto in de buurt. Ik besluit om door te gaan. Ik haal een stempel bij de fietsenwinkel tegenover de fontein en koop nog twee reepjes voor onderweg. Ik start weer om 17.45

Ik weet dat het eerste deel van deze route (Jean de Baume) erg zwaar is en dan met name het eerste stuk na de gite. Ik kom er uiteindelijk al ploegend doorheen en ben verbaasd over hoeveel kracht ik op de steile klimmetjes nog kan ontwikkelen. Tot mijn eigen verbazing ben ik om 18.35 bij de Route de Cedres. Deze route ken ik van diverse gelegenheden maar vooral toch van mijn Galerien. Ik reed toen, vijf jaar geleden, na een fietswissel vrij soepel omhoog en heb ook nu de hoop dat ik het in 75 minuten zou moeten kunnen. Ik maak een foto en zie ineens Wim met de auto aankomen. Hij vraagt of ik nog wat nodig heb en we keuvelen wat. Ik ben inmiddels kostmisselijk van al die zoete sportdrank dus ik bedank beleefd voor nog meer gelletjes en zo...

Een derde beklimming in de Grandonneur is echter volledig onvergelijkbaar met de derde uit de Galerien. Ik heb dit jaar, net als toen, keihard getraind om dit doel te halen. Maar de Route de Cedres, toch niet het lastigste pad, zuigt de laatste restjes energie uit mijn spiervezels weg. In mijn kop maalt het rond, maar dat denken en fietsen niet zo goed samen gaan op dit tijdstip, bewijs ik zelf. Ik maak mezelf namelijk wijs dat Les Grands Pins op 1.200 meter ligt en blijkbaar heb ik gewist dat ik eerder op de dag toch echt een foto van het bordje heb gemaakt waar 1.420 meter op stond. Dus als mijn hoogtemeter 1.130 meter aangeeft, geef ik er een lap op. Maar hoe hard ik ook trap geen Grands Pins terwijl de hoogtemeter al ruim boven de 1.200 meter is. Ik stap af om de foto van eerder op de dag te bekijken en zie tot mijn schrik dat ik nog bijna 200 meter verder moet klimmen. Ik ben helemaal alleen en de spreekwoordelijke man met de hamer heeft klaarblijkelijk de jagers afgelost. Maar alleen door te trappen kom je vooruit en dus ga ik na wat zuchten toch maar weer verder. Ik ben dolgelukkig als ik eindelijk na veel zwoegen en zweten bij Les Grands Pins kom. Van hier is het nog drie kilometer waarvan hooguit eentje klimmen om bij de Tournant de l'Anglais te komen. Als ik de achterlichten van de auto waarneem en ik me realiseer dat er alleen nog een stuk weg volgt, komt het behalen van het resultaat binnen handbereik. Ik drink een paar slokken water uit de door Wim aangereikte fles (heerlijk zonder die sporttroep erdoor).

Ik ben zo bezweet dat Wim mij opdraagt om meer aan te trekken. Hij helpt me met het monteren van de lampen en in het schemerdonker vervolg ik mijn weg. Het eerste stuk gaat nog redelijk, ben erg moe maar ik draai nog een redelijk beentempo. Naarmate ik hoger kom en de wind meer vat op me krijgt, gaat het trager. Zo traag dat Wim zich ongetwijfeld af heeft gevraagd wanneer ik zou omvallen. In de een na laatste bocht reikt hij me nogmaals de waterfles aan en ik geniet even van het stilstaan. Maar ik moet verder. Ik kruip als een slak omhoog en pas als ik om 21.05 over de streep ben boven, concludeer ik dat alle trainingsarbeid dit jaar haar vruchten heeft afgeworpen. In de auto droog ik me af en trek een droog shirt aan, lange handschoenen, een windjack en een sjaaltje om de nek en oren). Ik daal af naar Malaucène en beëindig daar om 21.45 deze lange dag. Moe maar voldaan heet dat.

3de keer op de top: Grandonneur!

 

 

Nog een paar tips voor anderen die een poging zouden willen wagen:
1. Bereid je heel goed voor (met trainingsschema) zonder dat is het een bijna onmogelijke opgave.
2. Reken een fors langere tijd per klim dan bij andere meervoudige beklimmingen (reken tweemaal zo veel per klim als je gemiddelde over de weg).
3. Ook als je heel rap bent, heb je waarschijnlijk 12 uur nodig om dit te volbrengen. Dat betekent dat je je poging niet te vroeg of te laat in het seizoen kunt plannen i.v.m. de hoeveelheid daglicht.
4. Zonder begeleiding of met zijn tweeën is dit een hachelijke onderneming. Op vele plekken is geen dekking voor de mobiele telefoon en dus ben je voor hulp / alarm slaan aangewezen op mensen om je heen. 

De GPS-track van de door Gert Jan gereden routeDe GPS-track van de door Gert Jan gereden route