MontVentoux thumbDe Mont Ventoux is een berg als uit een kindertekening. Dit is nog eens een échte top, met een piek er bovenop en een weg die er naartoe kringelt, helemaal omhoog. Alleen die top al is reden om er drie keer op één dag naartoe te willen fietsen. Lukt het je om de berg vanuit drie richtingen op één dag te beklimmen, dan mag je je Malloot ofwel ‘Cinglé du Mont Ventoux‘ noemen. Tien dagen geleden gingen Bart en ik de uitdaging aan.

Klim nummer 1: Bédoin

Het is nog donker als wij onze auto parkeren in Bédoin. Drie keer zullen we vandaag de Mont Ventoux beklimmen, achtereenvolgens vanuit Bédoin, Malaucene en Sault. Iedereen heeft ons gewaarschuwd voor de hitte. Die hopen we voor te zijn door al om 6.00 uur te beginnen aan de eerste klim.

Om 5:30 uur parkeren we in Bédoin om Cinglé du Mont Ventoux te worden.Om 5:30 uur parkeren we in Bédoin om Cinglé du Mont Ventoux te worden.

Hoewel de 22 kilometer lange klim vanuit Bédoin te boek staat als de lastigste van de drie, vinden we deze goed te doen. De eerste helft gaat door een bos over glad asfalt. Vaak krijgen we 10 tot 12 procent voor onze kiezen maar nergens wordt het echt gemeen steil.

Om ons heen ontvouwt zich het iconische landschap van de Mont Ventoux

Inmiddels hebben we de bomen achter ons gelaten en fietsen we in de ochtendzon. Om ons heen ontvouwt zich het iconische landschap van de Mont Ventoux, met de rood-witte zendmast in de verte. Er is niemand, behalve een eenzame camper en een fietser achter ons.

De ochtendzon staat laag, de schaduwen zijn nog lang. Zwartgele paaltjes geven de richting van de weg aan. Strakblauwe lucht erboven, harde contrasten en een stralende zon. En verder niets, alleen die lichtgrijze stenen overal. Een kaal, surrealistisch maanlandschap dat wel uit een schilderij van Salvador Dali afkomstig lijkt.

Stug doortrappen

“Moeten we helemaal naar die toren?”, vraag ik zodra we de zendmast naderen. Ik zie hoe de weg omhoog cirkelt, helemaal naar de top toe, zoals een kind het zou tekenen. Ja, daar moeten we naartoe.

Het laatste stuk ziet er gelukkig minder erg uit dan het is. Die laatste kilometers blijken ook weer 10, 12% te zijn maar die kan ik wel verteren. Het is gewoon een kwestie van stug door blijven trappen. Dan kom je er vanzelf.

De heuvels die Mont Ventoux omringen, zijn ’s ochtends nog in nevelen gehuld.De heuvels die Mont Ventoux omringen, zijn ’s ochtends nog in nevelen gehuld.

Fenomenaal uitzicht

Op de top ben ik verbaasd. Ik had niet gedacht dat het bovenop de Mont Ventoux zo mooi zou zijn! De lager liggende heuvels zijn nog in nevelen gehuld, van donkerblauw via allerlei gradaties naar lichtblauw in de verte. Wat een fenomenaal uitzicht.

We zien fietsers met hordes vliegen achter zich aan

Als we terug afdalen naar Bédoin, worden we bekogeld door vliegen, ze slaan hard in ons gezicht. We zien veel wielrenners omhoog klimmen, ieder met een privé-horde vliegen achter zich aan. Ook voelen we hoe warm de wind al is. Het is maar goed dat we zo vroeg vertrokken zijn.

Lasagne als ontbijt

De serveerster van de sandwichbar in Bédoin kijkt verbaasd als we om 8:30 uur twee porties lasagne bestellen, maar neemt de bestelling op. We laten meteen onze Cinglés stempelkaarten door haar stempelen. Ik ben blij met de pauze. Als ik vandaag de sportrepen kan vermijden door goed te eten, zal ik dat zeker doen. We hebben geen haast.

Vanuit Bédoin rijden we met de Peugeot naar de top, alwaar deze als voorraadpost zal fungeren. Met onze Tour de France-toeter moedigen we de klimmers aan, wat veel opgestoken duimpjes en lachende gezichten oplevert.

Inmiddels staan er langs de kant ook veel campers. Zij wachten op de Tour die over een week op de Mont Ventoux zal arriveren.

De Peugeot 504 parkeren we na de eerste klim op de top: een handige bevoorradingspost.De Peugeot 504 parkeren we na de eerste klim op de top: een handige bevoorradingspost.

Strandsfeer

Op de top is het inmiddels gezellig druk en ik heb het bijzonder naar mijn zin. Ineens kan ik er de vinger op leggen waarom. Er hangt een strandsfeer!

De zendmast doet denken aan een vuurtoren, de weg ernaar toe is een cirkelende boulevard, het grijze gesteente een kiezelstrand, de blauwe lucht er omheen de zee. Hier geen zuipende mensen in chalets maar een restaurant met royaal terras. Fietsers, motorrijders en gezinnen maken foto’s en beleven een leuk dagje uit. Ik word er blij van.

De afdaling naar Malaucène gaat over een brede weg met prachtig uitzicht.De afdaling naar Malaucène gaat over een brede weg met prachtig uitzicht.

 Klim nummer 2: Malaucène

We laten onze kaart stempelen bij een van de winkeltjes op de top, waarna we op de fiets afdalen naar Malaucene voor klim nummer twee.

Die begint mild maar wordt gaandeweg pittiger. De weg stijgt met 10 à 12 procent en strekt zich voor ons uit, zonder bochten om uit te rusten.

En dan die hitte! De zon bakt op het zwarte asfalt, de lucht erboven trilt. Er is nergens schaduw en er staat geen zuchtje wind. Het zweet loopt in straaltjes van me af. Ondanks dat ik me op rantsoen heb gezet, zijn mijn bidons zo goed als leeg.

Vrienden voor één klim, dat vind ik mooi aan fietsen

Maar er komt hulp uit onverwachte hoek. “Do you need some water?”, vraagt de Franse wielrenner die we eerder al ontmoetten in Malaucène. Hij doet ook ‘Cinglé-examen’ en staat met twee vrienden te pauzeren bij het busje van zijn vader die als mobiele fouragepost fungeert.

Tijdens de klim komen we elkaar steeds tegen en meteen is een band ontstaan. Vrienden voor één klim, ik vind het een van de mooiste dingen van wielrennen. Dankbaar vul ik mijn warme bidon bij met vers, koel water.

Als we na twee uur en een kwartier weer op de top van de Mont Ventoux aankomen, lijkt het of ik onder de douche heb gestaan. Gelukkig is daar onze auto waarin ik een droog setje fietskleding heb klaargelegd.

Het laatste stuk naar de top op de klim vanuit Malaucène.Het laatste stuk naar de top op de klim vanuit Malaucène.

Klim nummer 3: Sault

Gestoken in een fris pakje dalen we af naar Sault. Een mooie, zeer geleidelijke afdaling die uitkomt in een vriendelijk landschap met lavendel- en graanvelden: dit is de Provence van de ansichtkaarten.

Sault is een charmant dorpje waar we onze kaarten laten stempelen door de lokale bakker en onze bidons vullen met vers water. Tijd voor de derde, laatste klim.

Ik begin de kilometers en hoogtemeters nu wel te voelen

De klim vanuit Sault is de langste. Het is niet dat mijn benen nu zo verzuurd zijn, maar ik begin de kilometers en hoogtemeters wel te voelen. 26 kilometer klimmen, zo ver nog, ik heb er even helemaal geen zin in. Als we een schilderachtige kar langs de weg zien, is dat een goed excuus om te stoppen en wat geinige foto’s te maken.

 Op de klim vanuit Sault laten we ons graag afleiden :)Op de klim vanuit Sault laten we ons graag afleiden :)

Pittig laatste stuk

De schaduwen lengen alweer: we zijn bijna de klok rond op de Kale Berg! Gelukkig is het inmiddels wat minder warm. Bovendien blijkt de klim erg mild: hele stukken zijn maar 2 of 3% zodat we 20 kilometer per uur halen. Dat schiet lekker op zo.

Na anderhalf uur komen we uit bij restaurant Chalet Reynard, enkele kilometers van de top. Vanaf daar – en daar had ik even niet bij stilgestaan – wacht ons nog een pittig laatste stuk naar de top. Dit stuk hebben we tijdens de eerste klim vanuit Bédoin ook bedwongen.

‘Sagan, Sagan’, roept een man langs de kant naar Bart

Inmiddels zijn er nog meer campers bij gekomen. De mensen zitten langs de kant en moedigen ons aan, zodat er toch nog een feestelijke sfeer ontstaat. “Sagan, Sagan”, roept een man naar Bart, die het spel meespeelt en met zijn vuist in de lucht zwaait. Met zijn halflange haren en coole zonnebril zou hij best voor de wielerheld kunnen doorgaan.

Langzaam glijden de kilometerpaaltjes aan me voorbij en komt de grote zendmast dichterbij. Tot ik een bordje zie: nog 500 meter!

Het doet even pijn maar ik weet: ik ben er bijna. Nu nog even 12 procent omhoog. Ik ga op de pedalen staan, ga de laatste bocht door en daar verschijnt de toren recht voor me. Laatste twintig meter omhoog naar de top en dan zijn we er!

Het is gelukt, we horen bij de Malloten van de Berg!Het is gelukt, we horen bij de Malloten van de Berg!

Blij en voldaan

Op de top is het gezellig met een groep Britse wielrenners die altijd wel een feestje weten te bouwen. Blij en voldaan maken we foto’s bij het Mont Ventoux-bord. Ook plak ik nog een Zijwielrent.nl sticker op het bord.

Wat hebben we genoten, juist omdat we zeeën van tijd hadden. Dit was de perfecte vakantiedag!

Met de raampjes open rijden we weer naar beneden, met onze toeter de laatste klimmers op de berg aanmoedigend. De zon gaat bijna onder, de berg baadt in een geel licht, voor ons daalt een wielrenner en ik voel me gelukkig.

 

Dit verhaal is met toestemming van de auteur overgenomen van de blog zijwielrent.nl, 'blog over alles wat wielrennen geweldig maakt,.

 

Naast wielrennen is schrijven de passie van Janneke Scheepers; ze is journalist en freelance tekstschrijfster. 'Met Zijwielrent.nl kan ik mijn twee liefdes perfect combineren. Met mijn verhalen en tips hoop ik anderen te inspireren om ook te gaan'