Goh jongens... daar is hij dan. Het pijnlijk eerlijke verhaal over de beklimming van de Mont Ventoux. Laat ik bij het eind beginnen: het is gelukt. Ik ben boven gekomen. Fietsend en lopend. Maar het was zeker niet makkelijk!
Vorige week zaterdag, 11 juni, ging het dan gebeuren. Op vrijdag kreeg ik toch echt wel een beetje buikpijn van de zenuwen. We haalden in de middag onze startbewijzen op en ’s avonds was het flink eten en vroeg naar bed. Voor een dergelijke sportieve inspanning moet je goed eten, maar het ging moeizaam. Als ze me vroegen waar ik dan zenuwachtig voor was, wist ik het niet precies. Het waren wel 100 dingen. De belangrijkste; kwam ik wel boven? Kreeg ik geen pijn in m’n rug van het fietsen? Kreeg ik m’n schoenen wel uit de klikpedalen? Had ik het niet onderschat? Enzoveurts.
Toen brak de zaterdagochtend aan. M’n broer zou al om 7 uur starten en ik hoorde hem en zijn maat al vroeg heen en weer lopen. Ik kon toch niet meer slapen, dus ik ging maar even hoi zeggen en succes wensen. Erna ging ik een bak kwark met cruesli naar binnenwerken. Dit ging met moeite. M’n schoonzus sprak me vermanend toe dat ik goed moest eten. Ik wist het, maar het lukte niet. Ik ging me eerst omkleden en besloot erna de bak leeg te lepelen. Ik hees me in m’n tenue – eigen broekje, want het broekje van Klimmen tegen MS zorgde ervoor dat er geen bloed meer door m’n benen stroomde – en voordat ik het wist, stonden m’n teamleden al voor de deur. Gelijk stress. Ik had nog een kwartier, maar blijkbaar gingen we eerder weg. Tanden poetsen, bidons vullen, schoenen aan en gaan. Error error error.
De rit naar Sault – mijn startpunt – was 33 kilometer. Zo gedaan zou je denken, ware het niet dat je door bergweggetjes en Franse dorpjes moest rijden. Hashtag duurt lang. En mijn buikpijn groeide en groeide. Ik was die ochtend al 2 keer naar de wc geweest en ook de Dixie bij de start in Sault moest het ontgelden. Ach, toch weer een kilo minder mee die berg op.
Bij de start zag ik vrienden uit Nederland die de ons kwamen supporten en als deze hel voorbij was, ook vakantie gingen vieren met ons. Dat brak wel een klein beetje de zenuwen, even kletsen, al stond ik alsnog strak. M’n broer zou afdalen na zijn eerste keer de berg op en zou mij de tweede keer vergezellen. Zijn planning was iets te optimistisch en toen om 10 uur het startschot klonk, was hij er nog niet. Niks aan te doen, ik begon alleen. We begonnen gelijk met een felle afdaling, wat ik dood eng vond.
Enkele Sault feitjes
Sault is de ‘makkelijke’ route naar de top van de Ventoux. De mietjeskant, wordt hij ook wel genoemd. HA! Hij is 23,8 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 4,8%. Op het zwaarste punt is dit percentage 9,2%. PFFF!
Als je gaat klimmen vanuit Sault start je al op 765 meter hoogte. De top van de Mont Ventoux ligt op 1909 meter.
Toen kwam de eerste spanning eruit. Het eerste stuk was prachtig en helemaal niet zwaar, maar door de zenuwen begon ik te hyperventileren (voor alles moet een eerste keer zijn). Ik vond het een beetje eng dat ik alleen was, ik ben helemaal geen ervaren klimmer en was bang dat ik zou vallen en dat niemand me zou kunnen helpen. De dingen die door je hoofd gaan op dat moment.. ik moest even huilen. Om weer op adem te komen stopte ik en maande mezelf tot kalmte. M’n keel ging weer open en ik ging er weer voor. Toen zag ik m’n broer opeens langs komen fietsen. ‘Ik kom eraan!’ riep hij terwijl hij in de vaart van de afdaling als een idioot zo hard ging. Dat gaf deze burger moed en ik fietste gestaag door.
De vriend van m’n broer die mee fietste – ervaren Mont Ventoux beklimmer, wielrenner op hoogniveau – haalde me al snel in en vertelde dat m’n broer last had van z’n knie blessure en dat hij me later in zou halen. Hij hield me gezelschap, wat prettig was maar ook lastig. Ik had nog steeds een beetje moeite en voor hem was dit een eitje. Hij kletste gezellig over van alles en nog wat, maar ik had amper adem om hem te antwoorden. Al snel reden de vrouw van m’n broer, m’n nichtje en vriend voorbij en zij wachtten ons verderop op. Ook waren daar weer de vrienden bij en met z’n allen puften we even uit. Ik smeerde nogmaals de kuitjes in met factor 50 en kwam tot rust. Het was fijn om hen even te zien, hier werd ik wel weer even een normaal mens van en besefte ik me dat ik niet alleen was. Ik spoorde de vriend van m’n broer aan om verder te gaan, hij kon lachend die berg op fietsen en ik hield hem alleen maar op. Ga nou maar, zei ik. Ik red het wel.
Later kwam m’n broer erbij en samen fietsen we nog een stukje tot de volgende stop. Hij had het echt zwaar, hij straalde het aan alle kanten uit. Ik vond dat hij moest stoppen en gelukkig was de rest het met me eens. Hij vond het rot dat ik alleen verder moest, maar ik zag het nu wel zitten. Natuurlijk vielen er tranen, maar dit was meer van de spanning dan van ellende. Het was beter dat hij z’n knie nog niet verder belastte en hij had het toch al een keer gedaan vanochtend! Het was goed zo.
Oordopjes in, muziekje op (had gelukkig de Motivation Mix in Spotify op offline staan) en met de Swedish House Maffia op repeat de berg op. Het ging nu lekker. Ik ging best hard ook. Te hard, bleek later. Hier had ik iets teveel gegeven. Maar ik had mijn ‘tweede adem’ gevonden, zoals ze dat noemen.
Tweede adem
“In de longen wordt het zuurstof aan hemoglobine gebonden en via rode bloedcellen naar de spieren vervoerd. Na de warming-up stijgt de temperatuur van het bloed, en neemt de zuurgraad van het bloed iets toe. Daardoor wordt de hechtcapaciteit van zuurstof aan hemoglobine vergroot. Wanneer na enige tijd het zuurstofsysteem op gang is gekomen, neemt de zuurgraad weer af. Je komt dan in je ‘tweede adem’ wat wil zeggen dat de warming-up z’n werk heeft gedaan.”
Bron: Runningholland.nl
Het ging dus lekker. Ik zat zelfs mee te zingen (nadat ik de Swedish House Maffia zat was, had ik de rest van de playlist aangezet) en lachend kwam ik aan bij Chalet Reynard, het restaurant op 15 kilometer. Hier was het grote verzamelpunt en hier at ik wat chippies om het zout aan te vullen. Ik had er nog zin in, de top was in zicht.
Er waaide een koud windje op dit punt en ik koelde al af. Snel stapte ik op om aan ‘de hel’ te beginnen. Het zwaarste stuk begon nu. Hier begint het maanlandschap, geen bomen en groene bossen om je heen, maar echt de de kale bedoening. De laatste 6 kilometer zijn echt een stuk heftiger. Het waait hier veel en vaak en je hebt dus geen beschutting. Dat merkte ik en had er last van. Al bij de eerste helling na de stop deden m’n benen zeer. Ik stapte af en liep tot de volgende verzorgingspost. Ik kreeg rek en strek oefeningen van een fysio aldaar. M’n schoonzus dwong me een banaan te eten (bedankt voor het dwingen, ik had het nodig) en ik dronk nog wat bidonnetjes leeg.
Ik stapte na een tijdje weer op en herhaalde de tips van m’n broer: langzaam fietsen, op wandeltempo. Omdat het zo steil is, is dit de only way om boven te komen. Opeens hoorde ik voetstappen achter me en een hand op m’n rug: m’n vriend was uitgestapt om met me mee te lopen. Ik moest spontaan weer huilen, wat lief! En ik zat er op dit punt best wel doorheen en ik had deze steun, zonder dat ik het wist, wel nodig.
Hij heeft de laatste 6 kilometer met me meegelopen. Hij was hier niet op voorbereid, het was niet afgesproken, maar wat ben ik blij dat hij het gedaan heeft. Ik was helemaal op en dat laatste stuk was zo moeilijk. Kwamen we een bochtje om; wind in ons gezicht. Ik begon gelijk weer te jammeren: ‘Ik wil niet meeheeheeeer.’ Kwamen we het volgende bochtje om, zagen we hoe ver die top nog was, en weer jammeren. Wat een kutberg, ik vervloekte hem. M’n vriend, de lieverd, probeerde me moed in te praten. Het was niet ver meer, het was bijna achter de rug, ik deed het prima, we konden stoppen wanneer ik wilde. Ik ben dat laatste stuk wel 5 keer gestopt. Die bidons water moesten er ook uit, dus diverse fietsers hebben kunnen genieten van mijn eigen blote maanlandschap. Het boeide me allemaal geen fuck meer. Billen in de wind en gaan.
Ik heb gevloekt, getierd en gescholden. Gejankt en gejammerd. Eventjes tegen m’n lief gesnauwd (toen hij allemaal feitjes opsomde over het stijgingspercentage: seriously?!) maar ook gelijk weer m’n excuses aangeboden. Hij snapte het en vergaf het me. Zo vaak heb ik nog nooit ‘tyfus’ achter elkaar gezegd. Mama, ben je al trots op me?
Op een gegeven moment stapte ik weer op en viel ik bijna om. Ik had geen vaartje omdat het zo steil was en ik kreeg m’n schoenen niet in het kliksysteem. Ik schrok me dood en schold nog wat. He, heerlijk. Toen was ik er wel klaar mee. Maar ik moest naar boven. De laatste bocht kwam ik allemaal mensen uit ons team tegen en 1 van de hardlopers bood me een gelletje aan. Je weet wel, wat hardlopers ook drinken/eten. Ik nam het gretig aan en ik kreeg weer een beetje energie. De laatste helling hebben we lopend afgelegd, met de fiets aan de hand. Wat een kolere eind was dat nog. Maar met de finish bovenop de Mont Ventoux in zicht kan je niet meer stoppen, toch?
Eindelijk geraakte ik boven en wurmde ik mezelf door de mensenmassa op de top heen. Lopend over de finish. Maar ik heb het gered. Thank God.
Hé, wat officieel: een dankwoord
Nou ja, niet alleen god. Vooral m’n vriend verdient alle lof. Ik heb hem al 100 keer bedankt, maar voor de laatste keer dan: dank je wel. Zonder jou had ik het niet gered. De denkbeeldige duw in de rug & de hand op de schouder werden nu werkelijkheid en heeft echt geholpen. Evenveel dank gaat naar m’n familie en vrienden die mee waren; yes, jullie hadden gelijk. Ik had meer moeten eten en drinken. En de aanmoedigingsyell van m’n nichtje van bijna 2 gaf me ook telkens weer nieuwe energie. Familie en vrienden thuis; bedankt voor alle opbeurende en lieve berichtjes, zowel voor als na de beklimming. Deed me superveel goed! En iedereen die hier op m’n blog en/of Instagram me een hart onder de riem stak: bedankt. Super lief dat jullie zo hebben meegeleefd!
Ik ben blij dat het achter de rug is. Zou ik het nog een keer doen? Nee.
Zou ik dingen anders doen? Ja. Beter eten en drinken en meer trainen in heuvel- of bergachtiggebied. Om het laatste stuk te tackelen, want de eerste 15km gingen prima. En ik zou de volgende keer ook minder zenuwachtig zijn dat maakt het leven vast een stuk makkelijker.
Zo, applaus voor jou dat je dit lange stuk hebt gelezen. Vet lief!
Dit verhaal en de foto's zijn met toestemming van de auteur overgenomen van hetismarg.nl