ariane greep met cameraOntbijt achter de kiezen, camera, zenders, batterijen in één tas, statief in de ander. Ik pak de auto in en twee mannen staan klaar met een rood-zwart en een groen-blauw paard. Vandaag bestijgen zij de Berg, en ik ga het vastleggen.

Het is voorlopig het laatste deel van mijn persoonlijk verhaal, een weefsel waar ik al vier jaar mee bezig ben. Een vertelling over de aantrekkingskracht van de Sage van de Provence: de Mont Ventoux. 'Attachement' zeggen ze in het Frans. Letterlijk vertaald is dat 'gehechtheid'.

Ik ben niet de enige die het voelt, die al jaren een speciale band heeft met deze plek in Europa, die elke zomer, of voorjaar, of herfst, of zelfs winter, het verlangen voelt hier naar toe te gaan. Velen voelen het net zo, en waarom, dat is voor iedereen anders. De verhalen zijn talloos. Ik verzamelde er een paar, en weefde ze op mijn moderne weefgetouw aan elkaar, tot een film.

Nu, op 4 mei 2012, gaat mijn 11-jarige zoon voor het eerst de kant van Bedoin doen. Zijn vader, de man die mij hier jaren geleden naartoe bracht en inspireerde met zijn wens fietsend bergen te beklimmen, reist vandaag met onze zoon mee. Ik zal hem onderweg filmen, en aanmoedigen waar mijn moederhart het wint van de wil de beelden vast te leggen. Het is voor nu het laatste stukje van ons persoonlijk verhaal, dat Jip alleen op de top aankomt, dat moet ik nog hebben, die kleur ontbreekt nog op het weefsel, een lijn die het doek compleet zal maken. In de film zit al wel die keer dat Jip als 5-jarige met een aanhangfiets achter Pa de Berg beklom. En ook dat hij als 8-jarige naast Bas de 'makkelijke' kant vanaf Sault met een mountainbike deed. Loodzwaar vond hij het toen. Nu is de beurt aan de zwaarste kant, Bedoin, de Tour-kant, en Jip heeft een echte race-fiets onder de kont.

Bedoin en Malaucène waren toen nog helemaal niet ingesteld op fietsers.

Ze starten vanuit Bedoin, voor de grote fietsenwinkel die er 14 jaar geleden tijdens ons eerste bezoek nog niet was. De dorpjes Bedoin en Malaucène waren toen nog helemaal niet ingesteld op fietsers. Wij zagen een toekomst aan de horizon van fietswinkels en meer en meer hotels, waar wielrenners van over de hele wereld naar toe zouden komen om, net als bij de Alpe d'Huez, deze berg aan hun palmares toe te voegen. Die toekomst is er nu gekomen... Je kan vanaf Bedoin zelfs met een chip op je fiets naar boven, maar die had Jip vandaag niet nodig. 'Gewoon een keer rustig proberen' was ons devies. Zeg dat maar tegen een jongetje van 11 die bergen eet als chocola: hij smult ervan! Ik volg de beide mannen en net als de andere Hollandse auto's met moeders en kinderen (bij ons is het mei-vakantie) stop ik af en toe om te filmen. Jip en Bas hebben het beide zwaar op de eerste kilometers in het bos. Ik pan mee met de camera, maar denk ondertussen wel: "Moet die kleine wel doorgaan? Hij hóeft het niet te doen?". Maar ik laat de gedachten voor mezelf en weet dat Bas hem zal stoppen als het niet meer gaat. Langzaam kruipen ze naar boven, ik draai, zie shots uit de film die ik al heb en bedenk hoe deze nieuwe shots er bij zullen passen. De eeuwige kwaal van een verhalenvertelster, alles is altijd en overal een vertelling...

"Het gaat goed hoor mam" roept Jip mij toe in het bos. "We zijn bijna bij Chalet Reynard". Nadat ik de camera heb opgeborgen zie ik een bord: Mont Ventoux 10km. Het Chalet is dus nog 4km...dat is niet 'bijna'...oef...
Ik rij door naar de grote parkeerplaats van het winterchalet en na een tijdje zie ik ze samen uit het bos komen. Ook hier staan mensen te wachten op hun eigen fietsende helden. Als ze zo'n jonge jongen langs zien komen breekt er spontaan een applaus uit. Jip krijgt vleugels en schiet de laatste 6 kilometers het maanlandschap op. De top is nu in zicht. Ik rij nog een keer langs, parkeer op de kalkstenen en draai nog wat beelden. Met een mooi ritme zie ik de kleine, magere jongen aankomen. Hij waant zich een wielerheld. "Het is een schitterende klim" juigt Jip bijna van de fiets. Ik glimlach. Ik rij door naar de top want het belangrijkste shot moet ik hebben, van statief: Jip die alléén de top bereikt.
Boven waait het harder dan op de flanken, en langzaam komen er wolken aan. Heel in de verte, door de zoeker van mijn camera, zie ik Bas wegrijden van Jip. Ik heb het Bas gevraagd, omdat het laatste shot van Jip een 'solo' aankomst moet zijn. De kleine man ploetert door de wind. Het is heroisch. En hij wil het écht zelf.
Bas komt de hoek om en draait voor de 45e keer het laatste stuk op...of zoiets... Ik zet de camera aan en hoor geknetter op de zender die Jip aan heeft. Als hij binnen bereik komt hoor ik zijn gehijg. Bijna. Dan komt er opeens een mannetje in Alpe d'HuZes kleren de bocht om ploegen. Een auto rijdt door het beeld, dan zie ik Jip weer. Hij gaat staan en danst de laatste meters naar boven. Weer applaus van onbekenden langs de kant. Als een ervaren speler stopt hij vlak voor de lens en zet een voet aan de grond. Zweet op de lippen, druppels op zijn gezicht, hij heeft het gehaald. Ik geef de camera aan Bas en omhels mijn grote, kleine man. Maar hij heeft meer oog voor de snoeptent waar hij altijd bij bovenkomst een zak mag halen. Wellicht is dat mijn eindshot van de film.

Wordt vervolgd

 

Ariane Greep schrijft en maakt films. In 1999 fietste ze vanuit Malaucène naar de top om daar te trouwen met Bas Steman, die vanuit Bedoin gekomen was. Voor dekaleberg.nl schrijft zij over de totstandkoming van haar film over de Mont Ventoux.